Op weg naar het donkere bamboebos.
Lieve mensen,
Het is hier momenteel zondag en we zitten in de lobby van de Ryokan. Vandaag is het pas op de plaats dag dat betekent dat we onze kleren gaan wassen en dat we alvast de volgende etappe in onze reis gaan plannen. Verder rusten we op een dag als deze en brengen we verslag uit over de afgelopen dagen. We weten op dit moment nog niet wat onze volgende etappe in Japan zal zijn. Morgen is onze laatste dag in Kyoto, dat weten we in ieder geval wel zeker. De afgelopen dagen hebben we een aantal zeer interessante uitstapjes gemaakt. We zullen deze uitstapjes in maar liefst 3 verslagen verdelen omdat het anders een veel te lang verhaal wordt. Het eerste verslag dat we jullie toezenden is het verhaal van onze tocht naar het donkere bamboebos. De titel suggereert dat dit verhaal een Paulus de boskabouterachtig karakter heeft maar niets is minder waar. Eergisteren zijn we verder gegaan met onze tempelbezoeken. Deze keer zijn we weer naar het noorden van Kyoto gegaan deze helemaal naar de rand van de stad. Toen we de trein uitkwamen zagen we hordes Japanners die dezelfde gedachte hadden opgevat als wij, tempelbezoeken. Dat het zo druk is heeft wel een verklaring. In het voorjaar, als de kersenbloesem bloeit gaan mensen uit heel Japan er op uit om tempels te bezoeken en te genieten van de bloeiende kersenbloesems. Dit wordt de gouden week genoemd.. In november trekken de mensen hier er weer massaal op uit deze keer om de prachtige herfstkleuren te bewonderen en tempels te bezoeken. Dit wordt de zilveren week genoemd. Deze week loopt nu zo wat ten einde . Wat opvalt is dat Japanners veel in groepen reizen, het groepsbewustzijn is hier sterk ontwikkeld, individuele initiatieven worden niet of minder aangemoedigd. De Japanners zijn dan ook geen orginele denkers maar verbeteren bestaande zaken en passen die in de praktijk toe. Deze samenleving is gericht op harmonie en het vermijden van conflicten. Als Japanners reizen zie je dat ook heel sterk terug. Bijvoorbeeld toen we eergisteren terug gingen met de locale trein naar Kyoto. Een bomvolle trein maar niemand zal er iets van zeggen. Naar mate de trein voller werd nam ook de druk in de treinstellen toe maar niemand geeft een krimp. Dit is typisch Japans. Goed eergisteren hebben we weer wat tempels bezocht. De eerste tempel werd zo druk bezocht dat we er niet lang gebleven zijn. Dus maar weer verder naar de volgende tempel. Ondertussen moesten we verschillende keren de weg vragen om uiteindelijk uit te komen waar we wilden zijn. De eerste tempel was een tempel van het pure land boeddhisme dat gericht is op de boeddha Amitaba, de boeddha van het oneindige licht. Een prachtige tempel met een Chinees beeld van Shakayumuni Tathataga. In 1953 ontdekte men een holte in de achterzijde van het beeld en vulde men het op met organen van zijde. De sfeer op dit tempelterrein was heel ontspannen en vriendelijk en minder druk dan de eerste tempel die we bezochten. We hebben enkele mooie foto's kunnen nemen. Vervolgens zijn we verder gegaan nadat we eerst gegeten hadden.Nu ja eten we hadden per ongeluk blokjes groene thee besteld in de veronderstelling dat het heel iets anders was. Al lopend door het gebied kwamen we talloze kleine tempels tegen ieder met een eigen geschiedenis en speciale zaken om te zien. Overal moet je entree betalen tijdens de zilveren week dus je moet heel selectief zijn welke tempel je wilt bezoeken. De Japanners zelf schijnt het niets uit te maken. Ze laten zichzelf per taxi vervoeren tot aan de poort van de tempel. Desnoods laten ze de taxi gewoon wachten. Gouden tijden voor taxichauffeurs.Wat wel de moeite waard is om te vermelden is het bezoek van Maurice aan de Jojakkoiji tempel, een tempel van de boeddhistische Nichiren sekte. Deze tempel ligt in de bergen en wil je er komen dan moet je steile trappen beklimmen. Maar als je dit er voor overhebt kun je prachtige plekken ontdekken, verstilde bronnetjes, kleine Boeddhabeeldjes langs het pad, prachtige natuurplekjes en een eenvoudige, verstilde meditatieruimte.Aan het einde van een steile beklimming, trap na trap kom je tenslotte uit bij het donkere bamboebos dat tegen de steile berghelling gelegen is. Hier eindigt dan je tocht en kun je verder naar beneden. De monnik Kukyoin Nisshin ging echter niet naar beneden hij verbleef zijn hele leven op de berg Oguma-yama in eenzame afzondering. De leringen van de Nichiren sekte zijn verfijnd en meditatief gericht op het ontwikkelen van absolute innerlijke vrede. Marianne vond het allemaal te stijl en bleef lekker beneden. Uiteindelijk na een drukke tempelstart zijn we geeindigd bij een stille tempel. Eenmaal in het dal aangekomen werd ons nog een blik gegund op de groentenvelden in de omgeving van het dorpje en de tempels.
Tot het volgende verslag,
Maurice & Marianne.
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}